zondag 22 januari 2012

Van de Boliviaanse zoutvlaktes naar Chileense koffie met pootjes

Op het moment van schrijven zit ik in de bus van Santiago de Chile naar Mendoza in (don’t cry for me)Argentinië. Met andere woorden, Bolivia en Chili zijn helaas alweer achter de rug. We hebben in deze landen weer fantastische dingen meegemaakt, waar ik jullie van wil laten meegenieten, onder meer door twee hilarische filmpjes hieronder.

Na het gele-onderbroekenavontuur in Peru gingen we op de eerste dag van het nieuwe jaar naar Bolivia, een van de armste landen op het Zuid-Amerikaanse continent.
Uitzicht vanuit bed op Isla del Sol
De grensovergang ging soepeltjes en makkelijk, dus we waren snel een nieuwe stempel in het paspoort rijker. In Copacabana, overigens niet te verwarren met de naamgenoot in Brazilië, regende het pijpenstelen, maar gelukkig boden onze poncho’s uitkomst. We stapten op de boot voor de twee uur durende overtocht naar het mooiste en grootste eiland in het Titicacameer: Isla del Sol (zonne-eiland). Bolivia is echt het paradijs voor budgetreizigers, want niks is duurder dan 2 euro. Dat kwam ons heel goed uit, want in Copacabana bevond zich geen enkele pinautomaat. Wij als goed voorbereide backpackers stonden in lichte paniek midden in Bolivia zonder ook maar een Boliviano op zak. Gelukkig vonden we onder in onze tas nog wat briefjes van totaal 40 Amerikaanse dollars, waarmee we het 2 dagen uit dienden te zitten totdat we in La Paz zouden zijn. Eitje achteraf. Op Isla del Sol zochten we een slaapplek aan het strand met fantastico uitzicht. Om enige cultuur te snuiven besloten we een wandeling naar oude ruines te maken. Na 50 meter belandden we echter op een supermooi strand. Het zonnetje en de goedkope wijn maakten de keuze wel erg makkelijk: we ploften gelijk neer en de rest van de dag heerlijk op het strand gelegen.
De volgende dag wilden we voordat we alsnog een wandeling zouden maken en even rustig wilden ontbijten vast de boottickets terug kopen, in de veronderstelling dat we nog een paar uur hadden. Onze Boliviaanse kaartjesverkoopvriend vertelde ons met een grote grijns: ‘je boot vertrekt NU, het is geen Peruaanse tijd vriend!’ Wederom panico! Onze tijd stond niet goed én we hadden de tijd niet aangepast. Omdat er verder geen boot meer ging hebben we ons zieligste verhaal opgehangen en als een gek naar onze tassen gerend. Met succes: zoals we wel hadden kunnen weten neemt men het in deze contreien niet zo nauw met de Deutsche Punktlichkeit en vertrok de boot speciaal voor ons wat later.



In Copacabana gelijk de bus naar La Paz geregeld, waarbij nadrukkelijk werd verteld dat onze bus een rode was. Op een of andere mysterieuze reden eindigden wij echter in een knalgroene bus vol Bolivianen. Onderweg stopten we ineens bij een groot meer en wij liepen even een winkeltje in. Bij terugkomst 5 minuten later was er geen bus meer te zien, noch een van onze medepassagiers. Ai! Bleek dat de bus, zonder ons even in te lichten, op een veerpont was gereden en ondertussen al halverwege het meer was! Na wat gescheld in het Boliviaans en stiekem ook wel een lach in een boot gesprongen om keihard de achtervolging in te zetten. Heel veel schietgebedjes gedaan of wij eerder aan konden komen dan onze bus. Gelukkig werd dit verhoord zodat wij lachend onze reis konden vervolgen. Zie onderstaand filmpje voor beeldmateriaal van deze hachelijke situatie.   



De bus meert aan, na ons :)

Eind goed al goed aangekomen in La Paz en een groot hostel opgezocht dat eigenlijk een grote Irish pub was. Al snel rolden we in de Hour of Power, een spel waarbij het bier een uur lang geen insignificante rol speelde. Laten we het erbij houden dat het een mooie avond was.  
De volgende twee dagen in La Paz bleef dit ene uurtje ons achtervolgen. Beter gezegd: het bleef Sicco achtervolgen. Zijn maag heeft 2 hele dagen op z’n kop gestaan en hij was tot vrij weinig in staat. Desondanks hebben we natuurlijk niet alleen maar op ons gat gezeten in La Paz. Net buiten de stad hebben we in de verzengende hitte de Valle de la Luna (maanvallei) bezocht, een vallei vol stalagmieten. Verder leek het ons wel leuk om een keer met de Boliviaanse duizendjes te gooien in het casino. Zover kwam het niet: de allereerste knop betekende drie piramides op een rij, JACKPOT! Totaal in shock hebben we nog twee keer voor de vorm gedrukt, maar toen toch maar het Boliviaanse jaarsalaris laten uitbetalen en met gierende banden en een grijns van oor tot oor naar een terrasje gerend voor een welverdiend biertje.  Hilarisch, en natuurlijk ook ideaal dat we zo een gratis driedaagse over de zoutvlaktes bij elkaar schraapten. Het hoogtepunt in La Paz was toch wel dat we er vrij snel achterkwamen dat er een Nederland restaurant in de stad te vinden was, dat logischerweise gelijk werd omgedoopt tot ons stam-restaurant. Moeders gehaktbal, kroketten en als klap op de vuurpijl hutspot terwijl het buiten 30 graden was, maak me gek! Echt genieten van de bovenste plank. 

Hour of Power (voor)

Hour of power (na)

Valle de la Luna


La Paz




Na de derde dag vol Nederlands voedsel toch de bus vanuit La Paz naar Uyuni gepakt. Deze stad ligt in totaal niemandsland in Zuid-Bolivia. Evenals de omgeving van de stad is er ook in Uyuni zelf helemaal niks te doen; het is een stoffige oude mijnstad in de woestijn. Uyuni is echter het startpunt voor een toer over de befaamde zoutvlaktes, waardoor het wel hordes toeristen aantrekt. Wij belandden voor onze toer samen met twee sambaballen (Brazilianen) en twee croque-monsieurs (Fransen) in een Jeep, die ons drie dagen door de mooiste  en bijzonderste landschappen zou voeren alvorens ons op de grens met Chili te droppen.
Het spits van de toer werd afgebeten op het treinkerkhof net buiten Uyuni. Hier wat oude roestige treinen beklommen. Vervolgens stapten we weer in de Jeep voor de plek waar we al weken naar uitkeken: de zoutvlakte, een enorm hagelwit gebied met puur zout. Deze vlakte overtrof al mijn verwachtingen, het was zo bizar mooi, en ik heb nog nooit eerder zoiets gezien. We hadden het geluk dat het had geregend voordat wij kwamen waardoor er een klein laagje water op het zout lag. Dit leidde ertoe dat de vlakte een grote spiegel werd en je geen horizon meer zag. Alles wat op enige afstand was, leek in de lucht te zweven. Nadat we de kaken van onze opengevallen mondjes weer op elkaar hadden weten te krijgen, hebben we ontelbare hilarische foto’s gemaakt, waarvan jullie hier een klein gedeelte kunnen zien.  
Na de lunch op de vlakte, waarbij we lama te eten kregen (alpaca is lekkerder), leek het Sicco en mij wel wat om de mooiste plekken voor ons op te eisen, en klommen we met z’n tweeën op het dak van de Jeep om ons in 35 graden enkele rondjes over de vlakte te laten rijden J
We vervolgden de trip, met witte voeten en als een grote zoutpot, voor een paar uur rijden door mooie bergachtige landschappen, waarbij we verschillende keren stopten onderweg.
We vermaakten ons opperbest met het pesten van de eveneens voetbalgekke Brazilianen met de door ons gewonnen WK-wedstrijd. Sneijder con la cabeza, Sneijder met het hoofd naar de winnende kopbal van Wesley, werd een veelgehoorde slogan. Het feest was compleet toen we ’s avonds Sneijder-biertjes kregen! Geniaal.
We sliepen in een of andere stad, die niet onder deed voor de spooksteden zoals ze voorkomen in de Donald Duck. Er was behalve enkele hutjes om in te slapen werkelijk waar he-le-maal niets in het dorpje. 


Treintjes


Zoutvlakte!




Altijd al eens willen doen

Panico!


Zoutvlakte maakt hongerig!

Onze ballerina in wording








Op het dak van je jeep





Dag twee leidde ons langs vulkanen, bergen en verschillende meren, waarin echt duizenden flamingo’s leefden. Er werd ons op het hart gedrukt dat de arbol de piedra een absoluut hoogtepunt was, wij dachten net wat anders over deze steen op een kale vlakte. Dag twee was vooral heel koud en grauw, dus het was snel een fotootje maken en weer terug de auto in. Aan het eind van de middag werd het beter weer, en gingen we naar Laguna Colorada, een vuurrood meer vol flamingo’s en met lama’s op de oever. We hadden zelf hier de grootste lol, en zorgden voor de entertaining voor alle toeristen door flamingo’s na te doen. Als ik mijn hoedje bij me had gehad denk ik dat we serieus geld op hadden kunnen halen. Het eindresultaat is te zien op het filmpje.
Dag drie betekende om 4 uur in de ochtend uit de veren, we wilden namelijk zonsopgang meemaken in de Aguas Termales, zo’n warm natuurlijk vulkanisch bad.
Arbol de Piedra
Het was echt bizar koud op dit tijdstip, een graadje of -5, die kou was lang geleden. We reden eerst langs geisers. Op dit veld spoten een stuk of 20 geisers constant enorme rookpluimen, die heerlijk warm waren. Snel door naar de Aguas, om de zonsopgang mee te pakken. Dit was echt supermooi. Door de warmte van het water stoomde het bad, wat een prachtig gezicht opleverde met de bergen, het meer vol flamingo’s en de opgaande zon op de achtergrond. Na lekker gebadderd te hebben en weer te zijn opgewarmd reden verder naar de hoogste vulkaan en verschillende meren, waaronder Laguna Verde, dat een hele mooie groene gloed heeft. Hier nog even opgedrukt om nog enige beweging te krijgen. De chauffeur bracht ons naar de grens met Chili, waar we niet verrassend lang moesten wachten. Uiteindelijk bracht een busje ons naar San Pedro de Atacama, een stadje 20 kilometer over de grens midden in de woestijn in Chili, waar we gek genoeg door de douane moesten. Zo kwam er een einde aan onze tijd in Bolivia. Ik vond Bolivia echt een supermooi land. Hoewel het veel armer is dan Peru, waren er veel plekken die er veel minder pauper uitzagen dan in Peru, omdat ze in Bolivia wel alle huizen afbouwen. Verder was het natuurlijk jammer dat het gebeurd was met het spotgoedkope leven, maar daar stond dan weer tegenover dat ik eindelijk verlost was van de verschrikkelijke elektrische douches en ik weer normaal een douche kon nemen.








 






Sneijder con la cabeza!



Opwarmen bij de geiser





Aguas Termales







Oe Aa Ochtendgymnastiek

Op de grens met Chili



Zoals gezegd ligt San Pedro in de Atacama-woestijn, de droogste woestijn ter wereld. We gingen in een paar uur van -5 naar +35 graden. Best lekker. Om enigszins te acclimatiseren maar gelijk een terrasje opgedoken met een koud biertje.



De volgende dag doken we met een snowboard de woestijn in om te sandboarden. Dit had ik al eens gedaan in Peru, maar daar moest je liggen en hier kon je alleen staan. Met enige realiteitszin voor mijn talent zag ik er ietwat tegenop, maar dat bleek totaal ongegrond. Het was echt supertof! Met mijn soepele heupjes was het net Nicolien Sauerbreij, al zeg ik het zelf. Het ging dus vrij goed, en al snel raakte ik uiteraard overmoedig met een heerlijke head-first crash tot gevolg.


sicco in bedrijf


Daar gaat íe dan!





Na een hapje te hebben gegeten gingen we naar Laguna Cejar, waarom dit meer vertaald meer wenkbrauw heet, is mij nog altijd een raadsel. Desalniettemin, dit was een erg relaxed tripje, het meer bleek de plaatselijke Dode Zee. Dit meer is zo zout dat je er bleef drijven. Echt bizar maar ook hilarisch. Al drijvend het tijdschrift Helden gelezen en de foto naar ze opgestuurd, dus het volgende nummer van ze even in de gaten houden. We moesten en zouden onder water, dus vanaf een randje in het water gedoken, maar het bleek echt onmogelijk om onder water te zwemmen. Het enige resultaat was een verschrikkelijk zere neus van al het zout. Iedereen had zich weer een beetje gefatsoeneerd, maar Sicco en ik waren van top tot teen kats wit van het zout dus zaten als twee witte rambo’s in de bus. Bij een zoetwatermeer zijn we vervolgens gestopt zodat we een duik konden nemen en ongeveer 3 kilo zout van ons lijf spoelden. Daarna nog een zoutvlakte bezocht, maar deze was lang niet zo spectaculair als die in Bolivia. ’s Avonds wilden we op stap, maar Taca was weer eens in een diepe coma verzeild.


Drijven in Laguna Cejar


Zoutvlakte



De volgende dag hebben we de hele dag bij het zwembad gelegen, vrij fijn. We pakten daarna de nachtbus die ons in 16 uur naar La Serena bracht, een kustplaats  in het midden van Chili. Lekker geslapen in de bus, maar om toch maar even bij te komen ’s middags lekker gechilled op het strand. Het blijft tenslotte wel zomer. Lees: een graadje of 30-35. ’s Avonds moesten we er toch maar weer aan geloven en gingen we op stap. Het lot bleek me niet gunstig gezind, want ik sprong acrobatisch als ik ben over een hekje, maar gleed daarbij uit en verrekte, denk ik, mijn kniebanden, want het doet nu nog steeds superveel pijn maar dat drukt de pret verder niet. Ideaal voor Sicco want die klaagt altijd dat ik te snel loop. Toen we dan eindelijk voet in een club zetten, leek het allemaal wel erg jong, maar omdat wij ook niet precies weten hoe de gemiddelde Chileen eruit ziet, togen we naar de bar. Toen we om twee biertjes vroegen begon de barvrouw keihard te lachen en bracht ons aan het verstand dat we in een jeugdsoos stonden en dat het enige dat we konden krijgen redbull was. Deceptie van de eeuw, dus als de wiedeweer naar een normale grotemensenclub gehobbeld.

Klimgeit

De dag erna werden we al vroeg opgehaald, want we gingen rotsbeklimmen. We gingen naar grote rotspartijen langs de kust, waar bleek dat klimschoentjes in het poezelig maatje 45 niet op voorraad liggen in Chili. Beetje jammer, want die pata’s zijn vrij essentieel om een berg op te komen. Gelukkig had ik mijn trouwe Asics aan, dus na de Dam-tot-damloop en de Salkantay Trail mochten ze me nu naar de top van een berg zien te loodsen. Het was wel spannend, ik had namelijk nog nooit geoefend op een klimwand, en het waren vrij steile rotsen. Je bent wel gezekerd, maar verder moet je gewoon omhoog klauteren, waarbij je grip moet zoeken bij kleine uitstulpinkjes van de rots. Supergaaf om te doen, maar wel lastiger dan gedacht. Bij rots nummer 2 was het wel duidelijk dat ik de klauterschoentjes nodig had, en moest ik me in balletschoenen maat 42 wurmen. Met opgerolde tenen veranderde ik in een ware berggeit, het maakte echt superveel verschil. Berg 3 was de moeilijkste, met supersteile stukken, zonder enige grip. Helaas bereikten we hier niet de top, maar ik kon ook echt niks meer met mijn ondertussen zwart aangelopen tenen, dus ik was blij dat ik de muiltjes uit kon doen. Het klimmen zou tot 3 uur duren, maar we waren pas om 6 uur terug. Al met al best zwaar, maar echt tof om te doen! We hebben beide nog 3 dagen met onderarmspierpijn rondgelopen.
Voor de verandering doken we die avond de keuken in om te koken, en daarom moesten we natuurlijk even naar de supermarkt. Daar beleefde ik het ultieme geluksmomentje: Grolsch beugels! Totale euforie maakte zich van mij meester en hoewel het ongeveer het duurste product uit de supermarkt was, gelijk 2 beugels gepakt en naar de kassa gerend. En ze plopten echt te mooi!









Top bereikt!

Plopperdeplop
We namen de nachtbus naar Valparaíso, een hip kustplaatsje ten westen van Santiago. Nadat we een voetbalwedstrijd hadden gekeken zijn we naar het strand gegaan. De zeeleeuwen zwemmen hier tot op een meter van het strand, dus dat is erg leuk. De dag erna gingen we naar het Miami van Chili, Viña del Mar, dat aan Valparaiso vastligt en hier de hele dag op het strand gelegen, dat echt bommetjevol was aangezien het hier zomervakantie is. Het water was ijskoud om in te zwemmen (Humboldtstroom die van de Zuidpool komt), maar je mag sowieso niet verder dan 1,5 meter het water in wegens de enorme golven en enorm sterke stroming. Daarom hebben de Chilenen een nieuwe volkssport bedacht: iedereen staat met de voetjes in het water en rent de zee in als het water zich terugtrekt en rent als een malle weer het strand op als er een golf aankomt. Dit houden ze de hele dag vol, en ik moet toegeven dat wij het ook erg leuk vonden en talentjes waren. Verder hebben we ons onmiskenbare beachballtalent tentoon gespreid om het overvolle strand. Superlange rally’s en de mooiste reddingen zorgden ervoor dat we een hele schare fans opbouwden die de hele tijd bleef kijken en we af en toe op de spreekwoordelijke zandbanken kregen. 
De volgende dag huurden we fietsen, mooie rode beachcruisers. Hiermee lekker lopen shinen over de boulevard, alvorens met fiets en al het strand op te knallen. We leverden de fietsen uiteindelijk slechts drie uur te laat in. 





Valparaiso, stad vol graffiti

Kleurrijke treden die elke dag beklommen moesten


’s Ochtends vertrokken we naar de Chileense hoofdstad Santiago de Chile. Omdat het echt superheet was in deze stad, zijn we op een terrasje neergeploft om er niet meer vanaf te komen. Fan van! Om de stad te leren kennen liepen we een vier uur durende wandelroute langs alle mooie en bijzondere plekken. Santiago is niet zo spectaculair als andere hoofdsteden, maar het is wel een mooie, gezellige en schone stad. Hoogtepunt was toch echt de typisch Santiagose Café con piernas. Letterlijk vertaald: koffie met pootjes. Koffie met pootjes? Zie ik jullie denken; dat dachten wij inderdaad ook. We stonden voor een koffiebar met geblindeerde ruiten, wat natuurlijk al ietwat bijzonder aandeed. We openden de deur en gelijk stoven twee enorme big mama’s op ons af, die niks meer aanhadden dan een mini-bikini. Toch enigszins overrompeld bestelden we maar twee koffie in dit duistere hol. Het werd ietwat ongemakkelijk toen de big mama’s ons de koffie wilden voeren en tegen ons aan begonnen te rijden. Ik heb nog nooit zo snel een koffie gedronken en met verbrande huig en met de slappe lach snelden we naar buiten. De koffie smaakte echter wel naar meer, dus gelijk nog maar een café con piernas barretje opgezocht, maar nu zonder geblindeerde ruiten. In deze ingeburgerde koffiebarretjes die je op elke straathoek kan vinden, zijn de serveersters supersexy maar hebben ze wel wat meer kleren aan, en daar staat heel Chili gewoon koffie te drinken zonder dat er rare dingen gebeuren. Was achteraf toch een hilarische ervaring.

Voor cafe met piernas, de normale versie

uitzicht op santiago
Zo kwam er ook alweer een einde aan Chili, want de volgende ochtend stapten we in de bus naar Mendoza in Argentinië om de goedkope landen definitief achter ons te laten. De tijd in Bolivia en Chili is echt voorbijgevlogen, ongelooflijk. We zijn veel vrienden rijker, want als je hier zegt dat je Nederlander bent, begint iedereen passievol over de ‘mecanica naranja’ te blaten, oftewel het Nederlands Elftal. Beide landen zijn echt supermooi, en ik vind het jammer dat we er alweer uit zijn, maar ik heb natuurlijk ook superveel zin in wat nog komen gaat in helaas de laatste maand alweer: Argentinië en Brazilië! Hier in Mendoza al wat toffe dingen gedaan en er staat ook nog wat supergaafs op het programma, maar dat wordt de volgende blog!
Door de Andes naar Argentinië

Grens



Bedankt voor alle reacties en berichtjes, blijf me op de hoogte houden van jullie belevenissen!

Hasta pronto!

Jordi

3 opmerkingen:

  1. Hey Yoghi!
    Hier is het beloofde berichtje! Allereerst hulde voor je openingszin. Het doet me deugd dat je meteen verwijst naar een musical! Evita zit in mijn hart... Dank!
    Goed, nu ff serieus! Mooi verhaal, hilarisch verteld en de foto's had ik al genomineerd tot hoogstandjes! Super! Je wilt met dat beachballen toch niet beweren dat je ONS record uit de boeken hebt geslagen?? 201 x gevestigd op familiedag Parabool.
    Mannen blijf genieten! Met de spoiler van gister op Skype kan ik niet wachten tot de volgende blog. En nu 'schop' ik mezelf naar bed.
    Liefs en x Burb

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi lieverd... Wat gaaf dat je parachute hebt gesprongen, en nog wel 200 km per uur liefst... pffft.. vond je het niet eng dan? Zo hard en snel? met ons prima... ik mail je nog een keertje...
    Geniet zolang je nog kan he... wat ga je doen in Uruquay?
    De films/video kunnen we niet openen en we willen dit zo graag zien.. Kussies mama en papa

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ de Meijers, 1 van de 2 filmpjes doet het op www.nothinghand.blogspot.com wel! :)

    BeantwoordenVerwijderen