donderdag 21 juli 2011

Gringo's in twee verschillende werelden op Cuba

Wij schrijven op deze twintigste juli in het jaar onzes heeren 2011 vanuit de Amerikaanse enclave in Mexico, Cancún. Zes dagen geleden stapten Sicco en ik op het vliegtuig naar Cuba. Dat eiland hebben we ondertussen achter ons gelaten, maar de verhalen hebben we meegenomen in de backpack dus de hoogste tijd voor een nieuwe blog.

Donderdag 14 juli vertrokken mijn ouders ik om kwart over 4 's nachts naar Düsseldorf met een veel te grote backpack. Gelukkig had ik die nacht een geniale ingeving gekregen, waardoor ik om tien over 4 nog kon overpakken. Mijn rugtas bleek namelijk veel te klein voor mijn handbagage, maar gelukkig bood een grote strandtas uitkomst voor mijn Lonely Planets, zwembroek, spelletjes en andere meuk. Op het vliegveld had ik gelukkig het geluk aan mijn zijde. Ik heb een slotje met draaicode om mijn tas af te sluiten. Deze wilde ik natuurlijk wel even instellen voor vertrek, maar voordat ik het wist had ik per ongeluk een code ingesteld en verder gedraaid, zonder dus enig besef te hebben van de code. De code bestaat uit 3 keer 9 getallen, wat voor de rekentalentlozen volgens Sicco betekent dat er duizend mogelijkheden zijn, waarvan slechts een juiste. Lukraak begon ik wat te draaien, en slechts na 4 pogingen draaide ik wonder boven wonder de juiste cijfercombinatie! Geniaal, helaas geen casino meer tegengekomen die dag :)  Met slechts 32 kilo (en 10 kilo reeds per post onderweg) vertrok ik uiteindelijk zonder boete, maar met een uur vertraging naar Varadero, om daar rond twee uur 's middags nabij de tropische wateren te landen.

We dachten met een half uurtje wel in diezelfde kraakheldere wateren te jumpen, maar de Cubaanse bureaucratie kwam ons rauw op ons oververhitte dakje. Het duurde te lang voordat we eindelijk ons visum hadden. Maargoed, dat mocht de pret natuurlijk niet drukken, dus nadat we een hostel hadden gevonden gelijk in het water gedoken. Tijdens de beloofde eerste Cuba Libre kwam de eerste discussie op gang: waar ligt Varadero eigenlijk? Sicco was ervan overtuigd dat het links van Havana ligt, ik dat het rechts ligt, op steenworp afstand van Cancún. Dus ik op een Cubaan afgestapt, maar toen hij in het voordeel van Sicco antwoordde, probeerde ik in het Spaans op hem in te praten, zodat hij mij gelijk zou geven. De tot dan toe 2 woorden Spaans beheersende Sicco begreep echter op onbegrijpelijke wijze waarover het ging, waarmee mijn eerste weddenschap helaas verloren ging.


's Avonds nog een bijzonder lekker drankje gedaan, waardoor we om 8 uur lekker plat konden. Dit drankje hadden we gekocht op de Etna op Sicilië en had Sicco maar meegenomen omdat we het nooit hadden opgedronken.



De volgende dag het hele Varaderonese strand over gelopen en gezwommen om bij de catamaran te komen die ons naar een geniale snorkelbestemming vol tropische vissen voer. Terug bleek dat de zon hier toch een tikkeltje feller is dan in Nederland, en waren we beide kats verbrand.

De volgende dag begon ons leven als cultuursnuivers, en stapten we in de bus naar het zuiden van het land, waar de eerste bestemming Cienfuegos was. Daar een Casa particular opgezocht, wat betekent dat je gewoon bij mensen thuis eet en slaapt. Superleuk om met de Cubanen te ouwehoeren en natuurlijk ook erg handig voor tips en connecties. Dat bleek de volgende dag, want wij wilden graag de watervallen in Ninchos bekijken, en de vrouw des huizes wist (natuurlijk) een privechauffeur die ons wel even kon brengen. Dit leek ons ook wel wat, dus Juniel bracht ons, via wat omwegen en praatjes met amigo's onderweg, samen met een vriend van hem naar Ninchos. Ze waren van onze leeftijd en hielden ook wel van een praatje en een grolletje. Onderweg zag je echt op elke muur, boom en Joost mag weten waarop een slogan die Fidel, het communisme en de revolutie ophemelden. Toen ik er een vraag over stelde brak de hel bijna los. Hij vertelde dat het voor een Cubaan echt verschrikkelijk is op Cuba. Iedereen is er straatarm, en niemand verdient meer dan 40 koekies (de Cubaanse munteenheid) per maand, terwijl een broek bijvoorbeeld al twee keer zoveel kost. Ook zijn er allemaal regeltjes en wordt het je bijna onmogelijk gemaakt het land uit te gaan. Verder wordt iedereen continu in de gaten gehouden en staat om de paar kilometer een politiewagen om je van de weg af te trekken. De verhalen die loskwamen stonden echt in schril contrast met wat je als toerist van Cuba ziet, want is echt een ongelooflijk gastvrij, warm en mooi land. Hoewel je er van tevoren natuurlijk al het een en ander van weet, geeft het je toch echt een naar gevoel als je die verhalen hoort.

Ninchos was echt supermooi. Na een korte wandeling door de jungle kwamen we bij een machtige waterval aan. Hier wat gezwommen, fotootjes gemaakt en van rotsen gesprongen.



Na deze wonderschone expeditie bracht onze chauffeur ons naar het volgende stadje, Trinidad. Toen we daar aankwamen, viel het kwartje dat mensen die we eerder tegen waren gekomen niet naar Trinidad en Tobago waren geweest, maar naar dit mooie koloniale plaatsje.

Hier wederom een casa particular uitgezocht, voordat we Paraguay-Brazilië konden kijken op een terrasje in de verzengende hitte. Ook in deze casa kregen we weer veel lekker eten, met onder andere vele verse tropische vruchten. De volgende dag hadden we geregeld dat onze chauffeur weer om 8 uur voor de deur zou staan om ons in vier uur naar de andere kant van het eiland te brengen, naar de hoofdstad Havana.

Ondertussen gaf ik Sicco elke dag wat Spaanse les, en tegen die tijd waren we bij het voltooid deelwoord aangekomen. Alles erin stampen was mijn devies en zo kwamen we ook bij het werkwoord 'zijn'. Ter verduidelijking zal ik onze conversatie even uitschrijven:
Jordi: Ik ben geweest.
Sicco: Euhh, geweest? oooh ja, dat komt van gaan!
Jordi: ..... (paf)
Sicco: Wat is er nu? Ik weet het zeker hoor!

Tot op heden zijn we bezig met Nederlandse les.

Op de middag kwamen we aan in Havana, waar het door de hitte echt niet uit te houden was. Drie kilo lichter door het vochtverlies vonden we onze casa, wat meer weg had van een paleis. Mijn handbagagestrandtas begon me ondertussen de neus uit te hangen en ook het aftakelingsproces was in gang gezet. Toen ik la señora vroeg of ze een tassenwinkel wist maakten we kennis met haar broer: *francoooooooo!*. Steeds als er iets moest gebeuren of wij iets vroegen, werd deze naam gelijk op een verschrikkelijk zeurderige wijze door het huis geschreeuwd, waarna Francooo op een draf kwam aanlopen. De zoektocht naar een rugtas leidde niet tot een tas, maar wel tot een gratis rondleiding met achtergrondverhalen. De oldtimers, de een fantastisch, de ander die van ellende uit elkaar viel, raasden ons voorbij. Franco had ook een geweldige middag omdat hij met ons meemocht biertjes drinken op het terras.

De volgende dag gingen we naar het historische gedeelte van Havana. Met een lekker übertoeristische hop-on-hop-off bus de stad bekeken en vervolgens uitgestapt om alles beter te bekijken.
Havana is een leuke stad, maar ik had er zelf meer van verwacht. Miscchien komt het doordat de halve stad in de steigers stond en we bijvoorbeeld het Capitool van de foto hiernaast niet inkonden. Ben hier overigens wel geslaagd voor een rugtas. Ook hebben we in de wereldberoemde bar waar de
wereldberoemde schrijver Hemmingway altijd zat, zijn favoriete drankje, de wereldberoemde Daiquiri gedronken, terwijl de toko helemaal op zijn kop stond omdat een erg leuk Cubaans bandje speelde en iedereen meezong en -danste.
De toeristenbus reed ons tenslotte nog een rondje door de rest van Havana. Dit bleek echter levensgevaarlijk. De stroomkabels hingen in de kleine straatjes superlaag, zodat je pink uitsteken geen buen idea was. Geregeld lagen we dan ook gestrekt om onder de kabels door te komen. Na wat laatste pro-Fidel/Raúlslogans te hebben gezien voor die dag maakten we ons op voor het nachtleven in Havana.

Een gare rammelbak die voor taxi door moest gaan zette ons af bij een duur hotel waarin zich een club bevond. Nadat we uit de rij gepikt werden en zonder ons paspoort te laten zien (vrij uitzonderlijk in Cuba) door mochten lopen, stonden we met ons korte broekie binnen. Ik had echter nog geen stap gezet en had letterlijk twee vrouwen aan m'n arm hangen. Gelukkig was mijn neus spreekwoordelijk aan het bloeden dus gewoon verder gelopen naar de bar. We waren blijkbaar vroeg want er waren nog geen Cubanen aan het swingen, dus gingen we maar even zitten. Al snel ontstond er letterlijk een rij aan het hoofd van onze tafel. Per tweetal kwamen er vrouwen naast ons zitten. In het begin denk je nog dat je even gezellig je Spaans kan oefenen, maar al snel wordt duidelijk dat het de bedoeling is dat je de hele avond drank betaalt voor de Cubaanse, die jou dan de hele avond van gezelligheid voorziet. We hadden de eerste twee nog niet afgewinmpeld of de volgende twee zaten er al. Dit ging even zo door, maar al snel waren we er flauw van. Gelukkig hielp Sicco een handje door op de vraag ''zal ik je vanavond vergezellen?'' te antwoorden met 'Es Cuba, porque no?', dat 'ach het is Cuba, waarom ook niet' betekent. Dat hij 'pero no', dat een duidelijke nee had betekend bedoelde, kon hij natuurlijk niemand meer aan het verstand brengen en vanaf toen waren ze al helemaal niet meer weg te slaan. Na een paar biertjes kozen de dappere Groninger studenten het hazenpad. Bij de deuren van het hotel wachtte een nieuw avontuur. Nagniffelend over de avond werden we ineens belaagd door hordes taxichauffeurs. Gelukkig drong de portier van het hotel ze enigszins terug, zodat wij rustig konden onderhandelen en voor een keurige prijs thuis werden afgezet.

Op 20 juli vlogen we van Havana naar Cancún in Mexico, maar natuurlijk niet zonder afscheid te hebben genomen van de fantastische bewoners van de casa en de vriendelijkheid van de Cubanen. De vrouw des huizes knuffelde ons helemaal dood, terwijl wij ons lek zweetten omdat het 35 graden was, dus fijn kan het niet zijn geweest. Ik heb haar mijn strandtas gegeven met een fles Havana Club en een briefje, waarmee ze zielsgelukkig was. Na de laatste communistische slogans te hebben verwerkt kwamen we aan bij het vliegveld.

Met een heuse Yakovlev uit het Sovjet-tijdperk vlogen we naar Mexico. We moesten letterlijk kruipend naar binnen want groter was de ingang niet. Sicco begon hem enigszins te knijpen toen hij omhoog keek en hij alle bedrading kon zien hangen. Ikzelf heb de hele reis in de regen gezeten, aangezien het met bakken uit de airco kwam. We weten niet waarom maar we zaten businessclass in ons dierbare vliegend apparaat, wat betekende dat wij niet eerst onze stoelen uit hoefden te klappen. De vlucht was verder perfect, en al snel zagen we het prachtige Mexicaanse water voor de kust van Cancún.

Op het vliegveld ging bijna alles mis wat er mis kon gaan en moesten we superlang wachten op onze koffers. Ondertussen hadden we alweer 20 kilo aan zweetvocht verloren en ging potentiële zwemtijd verloren. Uiteindelijk een prima hostel gevonden en de zee ingedoken.
Vandaag was echt een fantastische dag. We gingen zwemmen met walvishaaien. Ik weet niet of jullie ooit een plaatje van deze goedaardige beesten hebben gezien, maar het is volgens mij het grootste dier op aarde en dus gigantisch.
Om 7.30 uur werden we opgehaald en gingen we met 6 man op een speedboot (alleen dat was al leuk) de zee op. Onderweg hadden we het geluk een dolfijn te zien. De boot natuurlijk in rep en roer, maar de dolfijn was snel in water opgegaan.
Na een uur op topsnelheid zagen we de eerste vinnen aan de horizon verschijnen. Om de beesten te beschermen mag je maar met maximaal 3 het water in, dus wij mochten de beesten eerst vanaf de boot aanschouwen. Het was echt geniaal. Walvishaaien zijn zo enorm, en stralen zoveel rust uit, ze dobberen wat in de rondte, en zwemmen rustig lang je boot of eronderdoor. We hebben 2 keer in het water gelegen, de tweede keer veel langer dan de eerste keer. Wij hadden als duo natuurlijk geluk want wij hoefden niet zoals de andere koppels als een malle achter de vissen aan te zwemmen, maar ze kwamen op ons af en dan ook nog meerdere tegelijk. Walvishaaien komen nauwelijks boven water uit, pas onder water zie je hoe groot ze zijn, een meter of 12. Echt mooi als ze die enorme bek losgooien en op je afzwemmen. Ze doen rustig aan dus je kan gewoon meezwemmen. Als enige had ik het geluk dat ik er eentje aan mocht raken, dat was echt magisch. Ik was zo onder de indruk dat ik zonder het te merken aardig wat water binnen kreeg want ik stapte kokhalzend de boot op dankzij het zoutoverschot.
Na deze snorkelsessie gingen we snorkelen bij een rif, waar het koraal prachtige kleuren had, en mooie vissen en en rog aan ons duikbrilletje voorbij gingen. Onderwaterfoto's krijg ik nog, dus daar kan ik jullie misschien later nog eens mee verblijden.




Ik ben nog een ruime week in Mexico. Morgen gaan we naar Chitzen Itzá, een enorme Maya-tempel. Daarna wordt het vrij lang bussen om in Oaxaca te komen, een toffe stad met overblijfselen van de Azteken. Daarna zetten we voet naar Puerto Escondido om te werken aan mijn surf-skills en voor de laatste keer lekker aan het strand te liggen. Tenslotte pak ik nog een of twee dagen Mexico-Stad mee voordat ik op 29 juli via Panama naar Peru vlieg. Vrij veel onderweg dus de komende tijd, maar ik heb er in ieder geval superveel zin in!
Het leven hier met 35 graden, kraakhelder water, cervezas en de superaardige en gastvrije mensen bevalt me wel :)

Tot de volgende blog!

Jordi

7 opmerkingen:

  1. In één week hebben jullie al meer meegemaakt dan de gemiddelde persoon die een maand op vakantie gaat. Tof! Echte avonturiers :) Wow die walvishaaien zijn echt huge. Enjoy, want straks moet je fulltime aan de bak..

    xx Renee

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk leuk!! Heb beide verhalen gelezen. Echt te gek! Wat moeten jullie gelachen hebben in die club...
    Dat met die haaien is echt een unieke belevenis! Top! Blijf genieten.

    xx Ber

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goh, wat een verhalen weer!
    Jaloers op de belevenissen!

    Veel plezier nog in Mexicoooo!

    Grtz Nils

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Heey!!
    Zit er goed uit hoor! Lekker verbrand ook:P Zwemmen met walvishaaien is machtig mooi niet? Het is net of je op de grond naast een vrachtwagen ligt. Er staat toevallig vandaag een foto in de krant van een duiker die bijna opgeslokt wordt door een walvishaai in Mexico. Moest meteen aan jullie denken:P
    Nou nog veel plezier in Mexicooo!!!
    Xje Iloon

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hahaha, geniaal verhaal jordbeer!! Al vrouwtjes van je af moeten slaan ..... en met walvissen gezwommen... Ben benieuwt naar t volgende verhaal!! Wel jaloers .....

    BeantwoordenVerwijderen
  6. AUB niet weer in zo'n Jakovlev stappen. Weinig lachen als je dan landt tussen de Orka's of Mensenhaaien ipv die lieve Walvishaaitjes...

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Marga en Dick Kleinjan3 augustus 2011 om 06:57

    Hai Jordi prachtig foto,s hoor wat julliue hebben gezien ...ik kan niet voorstellen dat jij sprinkhaan hebt doogeslikt..gassie..wij wensen jij en sicco fijne reis en kiekn oet doar.Lieve groet van ons beiden Dick en Marga kleinjan.

    BeantwoordenVerwijderen